Dog California Drought Jeremy Woodhouse/Getty Images

Waar is al het water gebleven?

MANILLA – We leven op een verdorde planeet. Boeren bewerken uitgedroogd land, en beleidsmakers steggelen over lege reservoirs, opgedroogde rivieren, en dorstige steden. En dat is letterlijk nog maar de buitenste schil van het mondiale waterprobleem. Onderaardse aquifers (waterreservoirs in bodemlagen), die bijdragen aan de wereldwaterreserve, vallen inmiddels ook droog. Als dit zo doorgaat zouden de consequenties ernstig kunnen zijn, vooral voor het al onder waterstress lijdende snelgroeiende Azië.

Onderaardse aquifers zijn waterreservoirs diep onder de grond in permeabel gesteente, aarde, of zand. En ze bevatten ongeveer honderd maal de hoeveelheid water die aan de oppervlakte van de aarde gevonden kan worden in stromen, meren, rivieren, en wetlands. Wanneer je je in Centraal-Afrika, Zuid-Amerika of sommige gedeelten van Europa bevindt sta je er nu waarschijnlijk slechts een paar honderd meter boven één.

Waterbronnen aan het oppervlak zoals ontzout zeewater of gerecycled afvalwater zullen de mondiale kloof tussen watervraag en -aanbod – die voorspeld wordt de 40% te bereiken in 2030 – niet dichten. Dus onderaardse aquifers worden steeds meer geëxploiteerd voor landbouw, energieopwekking, en dagelijks gebruik in snel groeiende steden (stedelijk Azië groeit met 120.000 mensen per dag).

Op dit moment komt ongeveer 30% van het vloeibare zoetwater ter wereld uit onderaardse aquifers. En een derde van de grootste zevenendertig bestudeerd door de University of California tussen 2003 en 2013 is ernstig uitgeput, en wordt weinig tot niet opnieuw aangevuld door regenval. Sommige van de meest onder druk staande aquifers liggen in de droogste regio’s, inclusief in Azië, waarvan tot 88% onder waterstress staat.

Azië bevat ongeveer een derde van het land op de wereld dat wordt geïrrigeerd door grondwater, met India, China, en Pakistan als grootste consumenten. Zuid-Azië alleen al is verantwoordelijk voor de helft van het mondiale grondwatergebruik. Maar de aquifers van Azië – waarvan vele millennia geleden gevormd werden, toen gebieden zoals Noord-China een veel vochtiger klimaat hadden – worden niet langer regelmatig aangevuld door regenval.

In plaats daarvan wordt er dieper geboord en daalt de waterspiegel. In de Punjab in Pakistan verlaagt teveel pompen het waterniveau tot een halve meter per jaar, wat de toekomstige voedsel- en waterveiligheid bedreigt en dorstige gewassen zoals suikerriet en rijst moeilijker te telen maakt.

Subscribe to PS Digital
PS_Digital_1333x1000_Intro-Offer1

Subscribe to PS Digital

Access every new PS commentary, our entire On Point suite of subscriber-exclusive content – including Longer Reads, Insider Interviews, Big Picture/Big Question, and Say More – and the full PS archive.

Subscribe Now

De exploderende bevolking van Azië – die in 2050 tot 25% gestegen zou kunnen zijn tot boven de vijf miljard – zal alleen maar meer druk op voedsel, energie, en watervoorraden leggen. Mondiaal gezien zal er tegen die tijd 60% meer voedsel nodig zijn, waarbij de landbouw steeds schaarser zoetwater op zal zuigen. Klimaatverandering zal de omstandigheden alleen nog maar verslechteren.

Maar het probleem strekt verder dan uitputting van waterbronnen. Het overmatig oppompen van grondwater leidt tot inklinking van de grond, wat er toe leidt dat sommige Aziatische steden wegzakken. Tegen 2030 zou maar liefst 80% van Noord-Jakarta beneden het zeeniveau kunnen liggen. Gedeelten van Peking dalen volgens sommige schattingen met meerdere centimeters per jaar.

Bovendien zijn uitgeputte aquifers dichtbij kustlijnen vatbaar voor vervuiling door zout water, wat land onvruchtbaar maakt. Sommige aquifers zijn verontreinigd door arsenicum dat van nature op grote diepte voor komt. Nature Geoscienceschat dat meer dan 60% van het grondwater in de Indus-Ganges aquifer is vervuild met arsenicum of zout. In Bangladesh krijgt door arsenicum vervuild water de schuld van meer dan 40.000 doden per jaar.

De eerste stap richting het oplossen van deze situatie is om vast te stellen hoeveel grondwater nog resteert en hoe het gebruikt wordt; dit is niet makkelijk, maar ook niet onmogelijk. De Gravity Recovery and Climate Experiment-satelliet van de NASA geeft informatie over veranderingen in de zwaartekracht van de aarde door fluctuerende watervolumes. En door het toepassen van remote sensing-technologie op stroomgebieden van rivieren kunnen we bepalen hoeveel oppervlaktewater er beschikbaar is en wie wat consumeert.

Een andere belangrijke stap is om de prijs van grondwater te verhogen. China heeft een testprogramma gedaan waarbij boeren extra moesten betalen als ze meer oppompten dan ze toegewezen was. Overeenkomstige benaderingen hebben in Australië en Mexico goed gewerkt. Maar dit soort maatregelen kunnen politiek moeilijk te implementeren zijn. De sleutel voor succes zal zijn om landen niet alleen te helpen om het juiste beleid te ontwerpen, maar om ook de wettelijke kaders benodigd om het door te voeren en af te dwingen te creëren.

Zelfs nog politiek moeilijker zal de eliminatie van elektriciteits- en gassubsidies zijn, die boeren aanmoedigen om continu grondwater op te pompen. Als dit soort subsidies niet ingetrokken kunnen worden bestaan er innovatieve alternatieven die overmatig oppompen in zouden kunnen dammen.

In Gujarat, India bijvoorbeeld heeft de regering het oppompen van grondwater teruggebracht door maar acht uur per dag elektriciteit aan te bieden. Boeren krijgen de elektriciteit die ze nodig hebben, maar ze kunnen niet de hele dag doorpompen. Een andere aanpak zou kunnen zijn om surplus-energie terug te kopen om het energienet te voeden. Dit zou niet alleen het overmatig pompen verminderen maar ook inkomens op het platteland helpen aan te vullen.

Er kunnen ook pogingen ondernomen worden om aquifers weer aan te vullen. Een pilot in Uttar Pradesh in India slaat overgestroomd water op in bassins, waaruit het richting grondwaterspiegel stroomt.

De uiteindelijke stap zou zijn om het beheer van oppervlaktewater te verbeteren om daarmee de verleiding om zich überhaupt tot grondwater te wenden te reduceren. Rond de 80% van het afvalwater wordt onbehandeld in rivieren geloosd, waarbij ze vaak vervuild raken. Krachtiger actie om dit te stoppen zou– zowel logistiek als politiek – veel eenvoudiger zijn dan het conserveren van grondwater.

Onderaardse aquifers zouden reservoirs voor in uiterste nood moeten zijn. Als we ze nu niet conserveren, zullen toekomstige generaties hiervoor een hoge – als niet existentiële – prijs moeten betalen.

Vertaling Melle Trap

https://prosyn.org/nP1BHBBnl